Overmorgen is het alweer 1 augustus. Dan storten tienduizenden vakantiegangers zich als lemmingen op de Autoroute du Soleil naar het Zuiden. Een fille met een lengte van 800 km (dat is ongeveer de afstand tussen Dijon en Orange) in de bloedhitte.
Op de camping wordt het morgen ook extra druk. Mensen komen verhit aan, met huilende kinderen. Het zwembad is ook al dicht na 7 uur 's avonds, het plekje is duidelijk het slechtste plekje van de hele camping en het valt allemaal enorm tegen ("Mevrouw, ik heb voor deze vakantie erg veel geld betaald en dit pik ik niet!").
Veel van onze tijd aan de receptie gaat op zo'n dag naar het kalmeren van deze oververhitte vakantiegangers. De gestresste huisvader heeft ook al ruzie heeft met zijn vrouw en zijn kinderen jengelen dat ze een zwembad beloofd was. Dan kun je hem moeilijk zeggen dat hij nou eerst maar eens zijn koffers moet uitpakken en een nachtje rustig moet gaan slapen. En dat het dan morgen allemaal best wel meevalt. Dat kun je niet zeggen, maar het is wel zo. Dus zeggen we: Sorry mijnheer, ik begrijp uw probleem (ik heb die cursus ook gevolgd!), maar op dit moment kan ik niets voor u doen. Als u nou morgenochtend terug komt, ga ik kijken wat ik voor u kan regelen, bla bla bla.
De volgende ochtend zie je de huisvader, stokbroodje en Telegraaf onder de arm, korte broek etc. Kindje huppelt ernaast. Hij zwaait uit de verte al naar me. Alles is goed hoor, het viel eigenlijk allemaal best mee. Sorry als hij vervelend was, maar hij was ook zo moe... Mensen die mij kennen weten het: ik heb dan moeite mijn "zei ik het niet" gezicht te onderdrukken.
donderdag 30 juli 2009
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Bij mij onderdruk je dat gezicht nooit, sterker, je doet het met geluid. Wat hebben die campinggangers dat ik niet heb?
BeantwoordenVerwijderenDie betalen ;-)
BeantwoordenVerwijderenIk had er zaterdag trouwens één die zelfs huilde...